Kersentaart

15 juni 2013

Mijn ouders wonen in Driebergen en sinds ik klein ben gaan we ieder jaar in Cothen kersen kopen. Vanaf half juni tot eind juli zijn op de kersenboomgaard kersen te verkrijgen. Afgelopen week was ik er weer met mijn moeder. De zon scheen en de kersen hingen in de bomen. Het was een plaatje om te zien. De mannen waren kersen aan het plukken. De oude man (onderstaande foto) plukt al 65 jaar kersen. Vol passie en met plezier sprak ik hem over de verschillende soorten kersen en zijn werk. Momenteel hadden ze vier soorten kersen te koop. Op de boomgaard is zelfs een hele winkel waar allerlei producten met kersen gekocht kunnen worden.

In home made zomer van Yvette van Boven kwam ik een recept tegen van een perzikslofje. Taartdeeg om fruit heen gevouwen sprak mij erg aan. Ik heb deze kersentaart hier dan ook op geinspireerd. Op de bodem heb ik gemalen bitterkoekjes toegevoegd, waardoor de kersen een vollere smaak krijgen. Het deeg is heel makkelijk te maken en kun je zelfs ’s ochtends al klaarmaken. Maak het in de keukenmachine en anders kneed je het met de hand. Eigenlijk kun je het taartje met elk soort fruit maken. Ontpit de kersen niet, want anders gaan de kersen te erg afgeven. Serveer met lobbige slagroom. Voor zes personen:

400 gram kersen
175 gram bloem
50 gram kristalsuiker
125 gram koude boter
3 eetlepels ijswater
50 gram bitterkoekjes (ongeveer 6)
25 gram amandelschaafsel
1 ei
Snufje zout

Meng in de keukenmachine de bloem met 40 gram suiker en een snufje zout. Snij de boter in kleine blokjes en pulseer door het meelmengsel. Voeg lepel voor lepel het water toe tot het deeg net samenhangt. Vorm er een platte bal van, pak het in huishoudfolie. Leg het deeg zeker een 1/2 uur te rusten.

Haal het deeg uit de koelkast. Verwarm de oven voor 0p 200 graden (hetelucht). Was de kersen. Bestuif het aanrecht met wat bloem en rol het het deeg uit. Leg een groot vel bakpapier op een bakplaat en leg daar het uitgerolde deeg op. Maal de bitterkoekjes in de keukenmachine fijn. Bestrooi de kruimels over het uitgerolde deeg. Leg de kersen in het midden van de deegplak. Houd ongeveer 5 centimeter van de randen vrij. Vouw de randen over de kersen terug. Maak het taartje zo rond mogelijk. Bestrooi de overgebleven suiker over de kersen. Kluts het ei en bestrijk de rand van het taartje ermee. Versier de rand met de amandelschaafsel. Bak het taartje in 40 minunten goudbruin. Serveer lauwwarm met lobbige slagroom.